India: lesgeven op een basisschool
Op veler verzoek (lees: zus) een blog puur over mijn werkzaamheden. Vrij vlug na mijn vorige blog, maar over een paar dagen heb ik een weekje vakantie dus over anderhalve week zit er al weer een blog aan te komen, en wilde hem toch deze maand nog uploaden
.Om 7.30 uur gaat de wekker, maar meestal ben ik al wakker. Ja, ik word wakker voor de wekker mij wekt. Ik weet zelf ook niet hoe het kan, misschien heeft het te maken met het feit dat ik elke avond voor 12 uur slaap. Ik weet niet wat me overkomt, men noemt dit ook wel “een ritme”. Het woord alleen geeft me al rillingen, word ik al zo oud?
Tot 8.30 uur heb ik tijd voor mijzelf. Facebook bijwerken, make-uppie op m’n gezicht kwakken, chocopops met kokosnootmelk (bah) naar binnen werken, en dan naar beneden. Meestal zijn de kinderen dan ook net klaar met ontbijten. Ik zorg dat in de hal alle stoelen klaar staan en de picto’s voor het eerste uur uitgezocht staan. De kinderen gaan zitten, één voor één worden alle tanden gepoetst. Terwijl Neline verder gaat met tanden poetsen, neem ik een van de kinderen apart voor 1-op-1 les. Dit jongetje heeft geen beperking. Zijn moeder werkt als helpervrouw hier in het huis, en daardoor woont hij er ook. Overdag gaat hij gewoon naar school, maar ik geef hem wel begeleiding. Met hem heb ik niet heel duidelijk een doel waar ik naar toe werk. Ik speel een educatief spelletje (memory o.i.d.) of maak wat werkbladen. Binnenkort wil ik ook een beetje gaan rekenen met hem. Rond 9.15 uur worden alle kinderen in de grote hal verwacht voor een yoga-sessie met de teachers. Tijdens de yoga geef ik een jongetje 1-op-1 les. Dit jongetje is een jaar of 8. Door een zware epileptische aanval “vergeet” hij de rechterkant van zijn lichaam. Heftig, maar hier werk ik met hem niet aan. Neline is van de lichamelijke kant, ik van de cognitieve. Alhoewel, met dit jongetje ben ik momenteel hard bezig het besef van zijn vingers te stimuleren. Hij spreekt slecht en hij heeft moeite met gebaren, omdat hij zijn handen niet goed genoeg onder controle heeft. Ik heb een klein vingerkeyboardje gekocht zodat hij kan oefenen zijn vingers individueel te gebruiken. Dit lijkt zijn vruchten al af te werpen: hij kan nu bewust zijn wijsvinger opsteken en bewegen (dit deed hij voorheen ook al, maar dan onbewust). Volgende stap: de middelvinger. Ja, ik leer een kind zijn middelvinger naar mij op te steken.
Na de yoga worden alle kinderen verspreidt over het terrein waar ze zichzelf individueel even vermaken, zodat Maartje, de teachers en de vrijwilligers even bijeen kunnen komen om de dag door te spreken en bijzonderheden uit te wisselen. Vervolgens, rond een uur of 10, gaan de vrijwilligers – Neline en ik dus – met een aantal kinderen een wandeling maken. Altijd hetzelfde rondje, altijd dezelfde kinderen. Structuur en routine zijn een belangrijk onderdeel van de dag. De kinderen krijgen halverwege wat te drinken, en dan gaan we weer terug naar school.
Zodra we terug zijn begint de eerste echte “les”. Terwijl de teachers les geven aan de groep kinderen, neem ik een jongen mee voor 1-op-1. Met deze jongen werk ik puur cognitief. Woorden aanleren. Elke les begint met het herhalen van de woorden die hij kent: momenteel 25. Hij kan niet praten, op het woord “utaa” (eten) na, dus alle communicatie vanaf zijn kant gaat gepaard met gebaren (en een hoop geduw en getrek haha
). Woorden worden hier met een bepaalde methode aangeleerd; Leespraat. Gave methode om mee te werken, want je ziet hoe snel de kinderen het oppikken. Na een kwartier is de 1-op-1 afgelopen, waarna ik de volgende jongen haal om mee te werken. De 1-op-1 van deze jongen ziet er eigenlijk ongeveer hetzelfde uit. We oefenen de woorden die hij kent, en met Leespraat probeer ik nieuwe woorden aan te leren. Dit jongetje is heel rustig, maar zodra hij persoonlijke aandacht krijgt leeft hij helemaal op en laat hij me van alles zien in in zijn fotoboekje. Tevens ben ik momenteel ook nog hard bezig met uitzoeken wat de kinderen wel en niet kunnen. Ik probeer kinderen woorden aan te leren, waarvan vervolgens blijkt dat ze deze al kennen. Dit is echter nergens opgeschreven en de overdracht vanuit vorige vrijwilligers is minimaal. Enfin, na dit jongetje geef ik nog een jongen 1-op-1, maar ook bij hem is de invulling nagenoeg hetzelfde. 1-op-1 met hem vind ik lastig. Ik kan geen hoogte van hem krijgen en vind het moeilijk inschatten wat hij wel en niet begrijpt. Hij lijkt veel te begrijpen, maar er niets mee te doen. Misschien begrijpt hij me echter totaal niet en overvraag ik hem ontzettend. Geen idee.Om 12 uur, wanneer ik klaar ben met mijn 1-op-1 lessen, is de les voor de groep ook afgelopen. Na een korte drinkpauze is het tijd voor Neline en mij om les te geven. Een soort kringactiviteit, vrij in te vullen door ons. Laagdrempelig op spelenderwijs leren. En soms niet leren. Zo bouwen we soms een toren, kruipen we door een tunneltje, maken muziek, schminken de gezichten, doen stoelendans of eten – zoals vandaag – gewoon een lekker ijsje. Tot 12.30 uur vermaken we de kinderen, en dan is het tijd voor de lunch.
Tot 13.15 uur hebben we lunchpauze. Terwijl we boven een boterhammetje met pindakaas en jam eten verzinnen we wat we die middag tijdens het knutselen gaan doen. Met de mond volgepropt bereiden we dit vast voor, zodat we straks weer alle tijd voor de kinderen hebben. Na de lunch ga ik weer 1-op-1 geven, terwijl de teachers weer les geven aan de groep. Deze 1-op-1 is aan een meisje. Nouja, vrouw. Een vrouw van 30 met het syndroom van Down, zo koppig als maar kan. Negen van de tien keer wil ze dan ook niet met me mee. Wat ik ook zeg of doe, ze komt niet. Prima. Loop ik weg. Af en toe komt ze dan alsnog. Verwacht dan vervolgens van mij dat ik zó blij en trots ben dat ze me spontaan een knuffel geef. Met haar werk ik vanuit hetzelfde principe van de Leespraat aan rekenen. Rekenen is een groot woord, want zo ver is ze nog helemaal niet. Voorbeeld: 4 5 ? 7 is te moeilijk, terwijl Maartje al een jaar met haar bezig is met rekenen. Met veel geduld en uitleg probeer ik toch wat kleine stapjes te bereiken, al vind ik het moeilijk in te schatten hoe of wat. Na de 1-op-1 met dit meisje, ga ik met nog 1 meisje werken. Dit meisje is altijd vrolijk en heeft altijd zin om te werken. Naast het rekenen wat ik ook met dit meisje doe, probeer ik ook haar lipspanning te vergroten. Dit meisje heeft vaak – onbewust – haar mond open hangen. Via een ervaring uit Nederland ken ik hier een leuke oefening voor, met een flesje, een knoop en een touwtje. Dit probeer ik dus ook elke dag een minuutje te doen met haar.
Op dagen dat Maartje er niet is (zoals vandaag) heb ik er nog een 1-op-1 les bij. Een jongetje van 9, met onder andere dyspraxie. In zijn hoofd snapt hij dingen wel, maar de verbinding naar de mond wordt niet gemaakt waardoor hij slecht spreekt. Naast mijn taak als SPH-er ben ik bij hem ook een beetje logopedist, ik doe oefeningen als ‘la-la-la, lie-lie-lie, loe-loe-loe’, etc. Vooral de ‘b’ is heel moeilijk, dit is vaak een ‘m’ bij hem.
Rond ongeveer 2 uur is mijn laatste 1-op-1 van de dag klaar. De teachers zijn nu ook klaar met hun les, tijd voor Neline en mij om met de kids te gaan knutselen. Elke dag wat anders, waarbij we proberen kleuren, verven en plakken met elkaar af te wisselen. Vooral niet te hoog gegrepen, want binnen de lijntjes kleuren is erg moeilijk, laat staan iets netjes uitknippen. De eerste kinderen vinden al dat ze klaar zijn terwijl we nog bezig zijn met spullen uitdelen, terwijl anderen er makkelijk 20 minuten zitten. Een van ons gaat naar buiten met de kinderen die klaar zijn, waar ze even lekker kunnen spelen.
Als iedereen klaar is met knutselen, gaat Neline of ik met een klein groepje nog een wandeling maken. Rond 14.45 uur probeer ik terug te zijn, want dan gaan we met zijn allen de dag afsluiten. Om 15.00 uur gaan de kinderen thee drinken en een banaantje eten, terwijl ik even 10 minuutjes pauze heb. Even boven deodorant opdoen, whatsapp bijwerken en weer naar beneden. De kinderen mogen lekker vrij buiten spelen; in de zandbak, schommel, op de fiets, alles kan. Wel alles onder strenge supervisie, want overal waar je kijkt vallen kinderen, ruziën kinderen of komen ze op plekken waar ze niet mogen komen. Om 16.00 uur is de dag voor Neline en mij voorbij, waarop we lekker naar boven gaan en op het dakterras neerploffen.
Weer een dag gehad. Tijd gaat snel
Groetjes,
Linda
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}